Abcoude | ||
Arrondissement Amsterdam | Canton Baambrugge | Commune Abcoude |
HET ONTSTAAN
Abcoude
De oudste bewoning in het gebied van Abcoude vond men langs de riviertjes, de Winkel en
de Angstel, waar oeverwallen en stroomrugafzettingen liggen. Zo vestigden zich
in de Vroege Middeleeuwen (500 na Chr.) mensen op het punt, waar het Gein zich
van de Angstel afsplitst en het land hoger opgeslibd was, waardoor Abcoude
ontstond. Men vermoedt dat in Abcoude en Loenersloot vroegmiddeleeuwse hoven
hebben gestaan. Deze veronderstelling is gebaseerd op het gebruik van de term
Oude Hof, zowel voor het Huis Loenersloot als voor een perceel grond in Abcoude.
Uit een oorkonde blijkt dat Abcoude in 1085 als nederzetting bestond. In dat jaar droeg bisschop Koenraad een gedeelte van de nog woeste veengronden ten westen van de Angstel en de Aa over aan het kapittel van Sint Jan. Bij die overdracht moesten het kapittel en de inwoners van Abcoude onderling overeenstemming bereiken over een verdeling en een grens in de veenwildernis. In die tijd moet Abcoude al een nederzetting van behoorlijke ouderdom zijn geweest.
Abcoude was een geconcentreerd dorp op een hoge rug. Vanaf deze zandrug ging
men langs de riviertjes wonen aan opgeworpen dijken.
Langs de Angstel zijn een aantal versterkte huizen en kastelen gebouwd, zoals
het Slot Abcoude, dat ten noordoosten buiten het onderzoeksgebied lag. Hiervan
is alleen het kasteelterrein nog aanwezig.
Het wapen is afgeleid van dat van het kapittel van St.Pieter uit Utrecht,
bezitters van de heerlijkheid Proosdij. De heerlijkheid voerde de sleutels
echter van goud.Het wapen werd al in de 18e eeuw gebruikt, zoals blijkt uit een zegel uit die
tijd, waarop een schild met 2 gekruiste sleutels en gedekt met een vijfbladige
kroon. Dit zegel is van de
schepenbank van de heerlijkheid Abcoude St.Pieters gerechten.
Het wapen is samengesteld uit de wapens van Abcoude-Baambrugge en Abcoude
Proosdij
Aasdom
Aasdom is een gedeelte van Abcoude
Proosdij
Proosdij was een heerlijkheid bij Abcoude in het bezit van het Kapittel van
St.Pieter uit Utrecht
Pieters Geregt
Pietersgerecht was een heerlijkheid bij Abcoude in het bezit van het
Kapittel van St.Pieter uit Utrecht
Het ontstaan van een groot gedeelte van het gebied rond Abcoude is bepaald door de
rivieren de Vecht, de Angstel, de Aa en het Gein. De Vecht ontstond ongeveer
4200 jaar geleden als een zijarm van de Rijn. De Vecht heeft haar bedding
verschillende malen verlegd en zich soms gesplitst in meerdere lopen. De oude
rivierbeddingen zijn meestal nog herkenbaar aan de onregelmatige verkaveling,
die het resultaat zijn van de eerste ontginningen in het gebied. De huidige loop
van de Aa en de Angstel omvat ook een zijtak van de Vecht. Een tijdlang heeft
deze arm echter een rol gespeeld als hoofdstroom van de rivier.
De Vecht was van groot belang voor de scheepvaart. Al in de Romeinse Tijd
werd de rivier voor het vervoer gebruikt en ook de Noormannen kwamen in de
negende en tiende eeuw via de Vecht Utrecht binnen. Voor de handel in Dorestad
(Wijk bij Duurstede) is de Vecht een belangrijke verkeersader geweest. Na de
verwoesting van Dorestad bleef de Vecht een belangrijke rol spelen voor de
handel, die nu in Utrecht en Muiden opkwam. Internationaal verkeer maakte
eveneens gebruik van de Vecht. De handelsschepen, die tussen Nederland en de
Oostzeelanden voeren, gebruikten de rivier om bij Utrecht te komen.
In de vijftiende eeuw bestond er een scheepvaartverbinding tussen Utrecht en
Amsterdam via de Vecht, Nieuwe Wetering, Angstel, Holendrecht en Amstel. De
Nieuwe Wetering was in die eeuw aangelegd ter bevordering van de scheepvaart. In
diezelfde eeuw waren de Vecht – en vermoedelijk ook de andere watergangen in het
gebied – van belang voor de turfvaart vanuit de venen ten oosten en ten westen
van deze regio.
Ten behoeve van de scheepvaart werd de Vecht in de zeventiende eeuw aangepast
tot trekvaart. Langs het tracé werd een jaagpad aangelegd. Over deze jaagpaden
liepen de paarden die boten voort trokken. De Voordijk in Abcoude is zo’n
jaagpad. Het gedeelte nabij de Meerweg heeft daar ook de naam "Zand- en
Jaagpad". Ook in Baambrugge vinden we deze naam terug.