HET ONTSTAAN

Aalsmeer
Het dorp Aalsmeer ligt zuidelijk van Schiphol, buiten de Ringvaart om de Haarlemmermeer, en is vooral bekend door de hoog ontwikkelde bloementeelt
Tot de gemeente behoort ook het dorp Kudelstaart, evenals een groot deel van de Westeinder Plassen.
Ongeveer duizend jaar geleden werd de basis gelegd voor het ontstaan van de plaatsen Aalsmeer, Kalslagen en Kudelstaart. Tot dan toe was het gebied waar we nu wonen een ontoegankelijke veenmassa. Ingeklemd tussen de duinen in het westen en de Amstel en Drecht in het oosten, lag hier een verzuurd, voedselarm en vooral zompig gebied. Die drassigheid was oninteresant voor de Westfriezen uit de kuststreek en de Utrechters meer in het binnenland. Totdat rond het jaar duizend de sloot wordt uitgevonden: een handig middel om de hoge grondwaterstand in het veen te verlagen. De grond klinkt in en wordt plotseling begaanbaar. Het oninteressante veenkussen wordt in één keer economisch bijzonder interessant. Want je kon er nu vee laten grazen en graan verbouwen. En wat nog belangrijker was: de machthebbers konden belasting heffen over de opbrengsten van de boeren. 
Het oudst bewaarde document waarin de naam " Alsmer " voorkomt, dateert van 1133. Vanuit het zuiden; uit zuidelijk Holland vandaan wordt de plek Kalveslo bereikt. De oudste vermelding van dit Kalslagen (Kalveslo}stamt uit 1202.

Kudelstaart
De plaats " Sconedorp " de oudste vermelding is ruim dertig jaar na die van Kalslagen, in 1238. Schonedorp krijgt in 1252 een tweede naam: " Kudelstert" het huidige Kudelstaart

De stadhouder moet in 1795 het veld ruimen als de Fransen, met in hun kielzog Nederlandse patriotten, de bakens in Nederland komen verzetten." Vrijheid, gelijkheid en broederschap" zal voortaan heersen in ons dorp. De katholieken merken dat als eersten: zij krijgen godsdienstvrijheid en hoeven dus geen geld meer te betalen om erediensten te houden.  Mannen krijgen nu allemaal (ook als men minder geld verdient) stemrecht. Maar als er over een nieuwe grondwet gestemd moet worden brengt nog geen vijf procent zijn stem uit. De rest wordt geacht voor gestemd te hebben. Het zijn de eerste, wankele, schreden van Aalsmeer op het democratische pad.

DE FRANSE REVOLUTIE 

In 1806 krijgt Nederland zijn eerste koning: Lodewijk Napoleon, de broer van keizer Napoleon Bonaparte. De nieuwe koning verhuist vanuit de residentie Den Haag naar de hoofdstad. Daar wordt, om hem fatsoenlijk te kunnen huisvesten, het Stadhuis op de Dam omgebouwd tot Paleis op de Dam. Maar ondanks dat uiterlijk vertoon, gaat het economisch slecht met de hoofdstad. Datzelfde geldt voor omliggende dorpen als Aalsmeer, Kudelstaart en Kalslagen.
Op de verjaardag van de koning worden in de kerken van Kudelstaart en Aalsmeer de klokken geluid. In Kalslagen lukt dat niet meer: de kerk van het kleine dorpje is door brand hevig beschadigd. De dominee haalt zijn geweer tevoorschijn om mussen van het dak te schieten (het is pas 12 april 1803 en de mussen vàllen dus nog niet van het dak). De kerk wordt ernstig beschadigd door het (geweer)vuur en de pastorie plus een aantal omliggende huizen gaan in lichtelaaie op. In de Franse tijd vervalt de overheidssteun aan de gereformeerde/hervormde kerk en zijn de kerkbesturen steeds meer op zich zelf aangewezen. In heel het land moeten domineees op een houtje bijten. Het dorpje Calslagen met zijn gehavende kerk, blijkt gewoon te klein om een eigen predikant te kunnen bekostigen: in 1810 wordt deze functie opgeheven. Het geld is vooral nodig voor de armen. Het aangrenzende Kudelstaart heeft het hoogste aandeel bedeelden (zeg maar: steuntrekkers) van alle plaatsen in heel Noord-Holland. En dan zijn de twee officieel-erkende Kudelstaartse bedelaars niet eens meegerekend. Aalsmeer telt in 1811 zes erkende bedelaars.


Dit document:  Aalsmeer | Kudelstaart

Naar boven